In principe is de naam ietwat misleidend, want je kan ook gewoon meegaan om als schermer de regels beter te leren kennen. Geloof me, het zijn er heel wat, waarvan de meesten onder ons nog nooit gehoord hadden vooraleer we naar Genk gingen. Op de quiz de eerste avond konden we met elkaar kennismaken en kregen we al een eerste indruk van wat we tijdens het weekend nog zouden leren. Ik begreep ongeveer de helft van wat er die avond gezegd werd. De volgende dag vlogen we er meteen na het ontbijt in met een wapenspecifieke theorieles. Iedereen had de avond daarvoor een kopie van het officiële FIE-reglement gekregen. De lesgever gaf uitleg bij de belangrijkste punten, en overliep alles wat we moesten weten met ons. Ook gaf hij meer uitleg over hoe je als scheidsrechter het best omgaat met bepaalde situaties, en wat je best wel en niet doet. Dat het een slecht idee is om met een brede grijns een rode kaart aan een schermer te geven, bijvoorbeeld. Gelukkig maar, want de regels zijn zeer complex en soms was extra uitleg echt wel nodig. Na de middag deden we nog een stukje praktijk, waarbij we grotendeels inoefenden wat we in de voormiddag hadden gezien, onder toeziend oog van de lesgevers. Daarna werd de hele groep herenigd voor wat wapenoverschrijdende theorie. ’s Avonds werd er, na het avondmaal, nog extra uitleg gegeven over het invullen van een pouleblad. We konden die avond ook even ontspannen met een film. Na een korte nacht moesten we alweer paraat staan voor nog wat theorieles, waarbij we het vooral over de verschillende fouten en hun sancties hadden. Ik had geen idee dat een schermer zoveel dingen verkeerd kon doen. Daarna kregen we nog een praktijkles, waarbij wij de (overduidelijke) fouten die de lesgever maakte moesten bestraffen (hij had volgens mij trouwens iets te veel plezier daarin). In de namiddag kregen we nog twee uur de tijd om te studeren, en om vier uur moesten we het examen afleggen. Dat bestond uit twee delen. Een deel met 45 meerkeuzevragen (waarvan vijf testvragen die niet gequoteerd werden) waarop we minstens 32 op 40 moesten halen om geslaagd te zijn. Het tweede deel was eenvoudigweg een pouleblad invullen. We kregen een hoop uitslagen van gevechten, waarbij we soms zelf nog de uitslag moesten berekenen, en die moesten we correct overbrengen op het pouleblad. Het pouleblad moest uitstekend tot perfect zijn ingevuld (logisch, want als scheidsrechter mag je tijdens een poule geen fouten maken) wilde je een kans op slagen hebben. De geslaagden onder ons behoren vanaf nu tot de scheidsrechterscategorie K0. Deze moeten binnen het jaar twee praktijkexamens afleggen, en daarna zijn ze officieel scheidsrechter van de categorie D. Als je niet geslaagd bent, hoef je niet te klagen, want het is geen opgave om een tweede keer terug te komen.